symbolisme

1880-1900

Het Symbolisme kwam op aan het eind van de 19de eeuw. Het was een uitloper van de romantiek, met een sterke gerichtheid op het verleden, fantasie, intuïtie, het onderbewuste en het onverklaarbare. Door middel van symbolen in de voorstelling verwees men in de figuratieve stroming naar ideeën of gevoelens. Abstracte ideeën als bijvoorbeeld waarheid, verleiding of strijdlust werden gesymboliseerd door personificaties: vrouwen, dieren en planten. 

De stroming kreeg een impuls door een nieuwe wetenschap; de psychologie. Nieuwe kennis over het onbewuste door de psychoanalyse van Freud verklaarde de onbewuste drijfveren van de mens, en kunstenaars probeerden deze psychische krachten in beeld te brengen. Freud onderkende in de mens 'driften'. Deze psychische energiestromen beïnvloeden ongemerkt het gedrag van de mens. Freud onderscheidde een levensdrift (Eros) en een doodsdrift (Thanatos). De seksuele driften noemde hij libido.

Een voorbeeld van het figuratief symbolisme is de pastorale wereld van Puvis de Cavannes. Zijn kunst en de muzen toont personificaties van de kunsten en wetenschappen, gehuld in klassieke gewaden.
Pierre Puvis de Chavannes - kunst en de muzen 1884-1889
Zulke idyllische en gestileerde allegorieën riepen echter ook weerstand op: velen hadden genoeg van 'die stoffige plechtigheid, die zogenaamde waarheidsgetrouwheid' en zochten naar een nieuwe vormentaal om droomwerelden te verbeelden. De wereldtentoonstelling van 1889, waar kleurrijke panorama's van religieuze architectuur en kunst van vreemde volken te zien was, maakte dat Gauguin op zoek ging naar een onbedorven paradijs op Tahiti. Daar 'vertaalde' hij het schilderij van Puvis in 'Waar komen we vandaan? Wie zijn we? Waar gaan we heen?. Ook hier zien we een compositorische opbouw met figuren die raadselachtige handelingen verrichten in een paradijselijk landschap. Met kleurkracht en door contouren bepaalde vormen introduceerde Gauguin een moderner, primitief symbolisme. 
Paul Gauguin - waar komen wij vandaan, wie zijn wij, waar gaan wij heen? 1898
Het symbolisme ontdekte daarmee de zeggingskracht van beeldaspecten als lijn, vlak en kleur, waarmee een 'primitieve', modernistische variant van het symbolisme ontstond. Gauguin deelde dit romantisch primitivisme met de Nabis en de latere fauvisten.

Symbolistische kunstenaars wilden hun persoonlijke gevoelens, emoties en dromen op een raadselachtige, magische manier, of met expressieve beeldaspecten weergeven. Zij lieten zich leiden door intuïtie om de ziel van de werkelijkheid te laten zien. Het figuratieve symbolisme toonde ook een zwaarmoedigheid die aansluit bij de noodlotsgedachten die tegen het einde van de eeuw sterker werden. Men had het gevoel dat de westerse beschaving in het fin de siecle ten einde liep. Vanuit sombere melancholie raakte men gefascineerd door het lijden en de dood. 
Het symbolisme leidde bij anderen tot een nieuwe, abstraherende taal. Kunstenaars maakten gebruik van lineaire en ornamentele vormen en een niet naturalistische opbouw van het vlak. Door de abstraherende elementen en de nadruk op lijn, is het symbolisme soms verwant aan de Jugendstil. Maar ook kleur wordt de drager van emoties.

Het symbolisme werd dus nooit een homogene stijl. Het was veel meer een uiting van zieleroerselen, subjectieve angsten, fantasieën en dromen. Kunstenaars werden zich ook bewust van hun individualiteit en vrijheid. Met het verval van het traditionele christendom was de bodem aan alle absolute waarden verdwenen en gingen zij op zoek naar nieuwe absolute waarden. En wat Nietzsche ook al verwoord had: iedere waarheid, iedere moraal, iedere werkelijkheid zou voortaan een individuele, persoonlijke waarheid zijn. De symbolentaal die het symbolisme ontwikkelde was dan ook een persoonlijke symbolentaal, die niet meteen toegankelijk was voor de toeschouwer.

Het symbolisme is -net als de Jugendstil- een schakel tussen het impressionisme en het expressionisme. 
De veelzeggende symbolistische kunst van rond de eeuwwisseling maakte de weg vrij voor de expressionistische kunst aan het begin van de twintigste eeuw.

kenmerken symbolisme
  • door middel van symbolen en/of nadruk op beeldaspecten als lijn en kleur gaf de kunstenaar uitdrukking aan gevoelens 
  • voorstelling van droombeelden
  • het schilderij werd een gebeurtenis die opnieuw beleefd moest worden
  • invloed van Japanse prentkunst: egale kleurvlakken, afwezigheid van schaduw, contourlijnen, decoratief.
In de twintigste eeuw was de invloed van het symbolisme groot op het expressionisme, het surrealisme en bij Dada. Pioniers van de abstracte kunst als KandinskyMalevitsjPicasso en Piet Mondriaan waren aanvankelijk allemaal symbolistische schilders. Sommigen van hen zijn tot abstractie gekomen door symbolische vereenvoudiging van de vorm.

Engeland

William Blake (1757–1827) was een vroege voorloper van het figuratieve symbolisme. Blake schilderde en tekende zijn visioenen, op basis waarvan hij ook een nieuwe mythologie schreef. God noemde hij Urizen, hier links te zien op een met de hand ingekleurde ets. Urizen is afgebeeld met een lange, witte baard, met de passer in zijn hand als de architect van het heelal. Blake gaf de etsafdruk kleur met aquarelverf.
Naast deze traditionele God 'zag' Blake nog andere Goddelijke krachten. Een daarvan is Orc (een anagram van cor/hart), de God van de passie, creativiteit en vrijheidsliefde. Op de afbeelding rechts is Orc afgebeeld in een illustratie uit ‘het huwelijk tussen hemel en hel’. Ook de schrijver J.R.R Tolkien vond veel inspiratie in de verbeeldingskracht van William Blake. 
Willam Blake - the ancient of days setting a compass to the earth 1794 - het huwelijk tussen hemel en hel 1790-1793
Het symbolisme in Engeland kreeg vanaf 1848 ook vorm bij de door de romantiek geïnspireerde prerafaëlieten.

Frankrijk

In Frankrijk ontwikkelde men verschillende varianten van symbolistische kunst. Moreau en Redon werkten figuratief, andere kunstenaars lieten in Pont-Aven en Parijs een realistische weergave van de wereld los. Deze schilders, die in Pont-Aven samenwerkten, noemden zich Les Nabis.
Franse symbolisten waren:
Les Nabis
Gustave Moreau 1826-1898 

Het symbolisme gaf zijn kunstwerken een subjectieve zeggingskracht, in een raadselachtige, magische samenhang van erotiek en dood. Vrouwen werden voorgesteld als de belichaming van zinnelijkheid en seksualiteit. Mythologische figuren hielpen om een fantastische sfeer te scheppen:

Gustave Moreau Tracische vrouw met het hoofd van Orpheus 1866

Orpheus was een koningszoon uit Tracië, die met zijn betoverende stem en lier de levenloze natuur wist te bezielen. Leeuwen en tijgers legden zich aan zijn voeten neer om naar hem te luisteren, de bomen bogen hun toppen, bloemen omgaven de zanger met liefelijke geuren, onweer en storm bedaarden op de klanken van zijn lier. Tot zijn geliefde Euricide door een slangenbeet werd gedood. Orpheus was ziek van verdriet, en daalde af in de onderwereld. Daar ontroerde hij met zijn muziek de heersers van de onderwereld zo dat het hem werd toegestaan Euricide weer naar de aarde terug te brengen, maar mocht niet naar haar omkijken tot ze de aarde bereikt hadden. Op het laatste moment keek hij echter toch om, en verloor Euricide voor altijd. 
Orpheus was hierdoor zo ontroostbaar dat hij geen oog meer had voor andere vrouwen in Tracië. Uit wraak vielen de Tracische vrouwen hem aan en verscheurden hem. Op dit schilderij van Moreau heeft een jonge vrouw het hoofd van Orpheus en de lier gevonden, uit eerbied deed zij haar schoenen uit. Op de achtergrond zijn de moordenaressen nog te zien.

Meer werk van Moreau vind je HIER.

Odilon Redon 1840-1916 
Redon tekende en schilderde fantasievolle, soms lugubere en onrealistische situaties. Het zijn beeldgeworden dromen. In veel van zijn werken komt een cycloop voor. Bekijk HIER afbeeldingen van zijn werk.


Henri Rousseau 1844-1910 
Rousseau was als autodidact een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de zogenaamde 'naïeve schilderkunst'. In 1887 nam hij voor het eerst deel aan de Salon. Zijn schilderijen, vaak met nachtelijk licht, lijken op spookachtige visioenen. Zijn bizarre en dreigende oerwouden bezitten door hun naïeve duidelijkheid een magische kracht. Hij is met zijn vreemde landschappen vooral van invloed geweest op de surrealisten.
Henri Rousseau slapende zigeunerin 1897
Meer werk van Rousseau is HIER te zien.

les Nabis
In het symbolisme van de groep 'les Nabis' (de profeten) was kleur het uitdrukkingsmiddel van emotie. Zij schiepen daarmee een eigen werkelijkheid op het doek, lijnen en vormen in de compositie hoefden de realiteit niet exact weer te geven. Als uitdrukkingsvorm gebruikten zij vooral ongemengde kleuren en vereenvoudigde, donker omlijnde vormen. Zij wilden de verbeelding laten werken, want in emoties vonden zij meer betekenis en symboliek dan in natuurlijke vormen. Zij zochten ook inspiratie bij primitieve culturen.

De Nabis vonden dat de vervreemding die vereenvoudigde voorstellingen oproepen, het subjectieve karakter versterkt. Door een persoonlijke interpretatie van de voorstelling gaven zij het schilderij meer zeggingskracht. De stijl kreeg veel navolging tussen 1888 en 1894. Les Fauves ontwikkelden hieruit tussen 1898 en 1908 de heldere kleurvlakken van het Franse expressionisme. Kleur zou door hen als autonoom beeldend middel worden toegepast.
Maurice Denis  - April  1892
Duitsland
In het door de romantiek geïnspireerde Duitsland en Zwitserland werkten:
Arnold Böcklin 1827-1901 
Böcklin zette zich halverwege de 19e eeuw af tegen het naturalisme en realisme met sprookjesachtige, idealistische voorstellingen. Deze werden een voorbeeld voor de symbolisten. 
Hij schilderde ‘het eiland van de doden’ nadat zijn dochtertje Maria was overleden. Het doek inspireerde andere kunstenaars, waaronder Sergei Rachmaninoff, die de symfonie Dodeneiland schreef.
Arnold Böcklin  - het dodeneiland  1883 
Meer werk van Böcklin kun je HIER bekijken.

Ferdinand Hodler  1853-1918
'De Dag' is een uitdrukking van geboorte, bloei, licht en vreugde. Het stelt een jonge, naakte vrouw voor, zittend op een kleed in een glooiend landschap, die verschillende gebaren maakt. Deze manier van schilderen (verschillende figuren die een beweging of sequentie uitbeelden) geeft de suggestie van een ritueel of een dans.
Ferdinand Hodler  de dag 1900
Meer werk van Hodler kun je HIER bekijken.

Franz von Stuck
Net als Böcklin schilderde Von Stuck vooral fabelachtige voorstellingen en allegorische figuren die de Zonde of de Oorlog verbeeldden. Hij had een voorliefde voor maar 'fatale' vrouwen als Salome, die mannen verleiden met hun sensuele schoonheid om ze daarna te gronde te richten. 
Afbeeldingen van werk van Von Stuck vind je HIER.

Gustav Klimt
Klimt -de hoop

In Klimts Hoop uit 1903 is te zien dat hij De Drie Bruiden, een werk van Jan Toorop, in gedachten had. In het voorjaar van 1900 werd deze tekening in de Wiener Secession tentoongesteld. Gustave Klimt was onder de indruk van de symboliek in het lijnenspel van Toorop, van zijn ijle vrouwengestalten met golvende haren en smalle handen. Het afbeelden van een zwangere vrouw was een taboe in die tijd, maar Gustav Klimt heeft zijn bruid een kwartslag gedraaid, zodat haar zwangere buik niet meer te negeren is. 

Dit is Klimts eerste versie van ‘de hoop’, in die tijd was dit zeer shockerend. Veel van zijn schilderijen zijn gewaagd, met een duidelijk eigen handschrift.

Zijn bewondering voor de verfijning van Japanse houtsnijkunst en -na een reis naar Ravenna- voor de Byzantijnse mozaïeken en iconen met het overvloedige gebruik van goud, weerspiegelt zich in zijn werk. Ook Klimt past overvloedige bladgoud toe, en gebruikt veel kleine kleurvlakjes. De vader van Klimt was goudgraveerder, waarschijnlijk ook een reden dat hij zo vaak goud in zijn schilderijen gebruikte.


België en Nederland

In België ontstond de kunstenaarsgroep ‘Les Vingt’. Vertegenwoordigers waren:
Nederlandse symbolisten waren:
Fernand Khnopff
De symbolistische doeken van Khnopff tonen een mysterieuze, bevreemdende sfeer. De liefkozing toont een voorstelling van Oedipus die zich tegen de sfinx aanvlijt. De sfinx is deels mens, deel leeuw, soms ook afgebeeld met vleugels en de staart van een slang, die het bergpad naar de stad Thebe bewaakte en alle passanten raadsels opgaf. Wanneer de reiziger een verkeerd antwoord gaf, werd hij of zij aan stukken gescheurd.
Fernand Khnopff  - de liefkozing   1896
James Ensor 1860-1949
De schilderijen van de Belg Ensor zijn even geheimzinnig als angstaanjagend. Ze zijn geschilderd in een expressief-symbolistische taal, en verwijzen naar een religieuze en psychische betekenis. Ensor schilderde spookachtige optochten van gemaskerde of mismaakte figuren in felle kleuren, massa's mensen die zonder individuele kenmerken als slaapwandelaars door een onbestemd landschap trekken. Hij geeft in symbolische vorm uitdrukking aan de vijandige tegenstelling tussen individu en massa en daarmee aan het conflict dat hem zijn leven lang bezig hield: de vreemdheid van de kunstenaar in de maatschappij. Zijn kleurrijke carnavalsoptochten staan symbool voor een absurde wereld waarin mensen schuilgaan achter bedreigende en vreemde maskers.
Net als Edvard Munch is Ensor met zijn expressieve schilderijen verwant aan het opkomende expressionisme.

Jan Toorop  1858-1928
Jan Toorop   de drie bruiden   1893
Toorop werd geboren op Java en kende de Indische cultuur goed. De figuren op deze grote tekening lijken op wajangpoppen en de kleuren doen denken aan batikstoffen. Toorop vertelt in deze tekening over de keuze tussen goed en kwaad, dat laat hij symbolisch zien met de drie bruiden. De middelste vrouw is een onschuldige, zwangere bruid. Ze heeft haar handen boven haar buik gevouwen, de chrysant aan haar voeten is een symbool van vruchtbaarheid. De linker bruid luistert aandachtig naar een vrouw die een zuivere lelie vasthoudt. Het geluid dat uit de kerkklok stroomt, loopt over in haar haren. De rechter bruid kijkt met een boze blik recht voor zich uit, zij staat met een halssnoer van schedels symbool voor het slechte, de verdorvenheid.

Edvard Munch 1863-1944 
Munch ontwikkelde in Noorwegen in een zeer expressieve stijl. Zijn werk wordt dan ook vooral tot het expressionisme gerekend. Munchs wereld wortelt in het fin de siècle: angst en vertwijfeling, kwellende seksualiteit, jaloezie en morbide stemmingen zijn de thema's die hij steeds weer heeft geschilderd 'om zichzelf te bevrijden van de demonen'. Zijn beroemde schilderij 'De Schreeuw' werd het symbool van het levensgevoel van een hele generatie. 'De Schreeuw' werd een symbool van het gevoel van onmacht dat de mens voelde bij de steeds complexer en onoverzichtelijker wordende werkelijkheid om hem heen. 

beeldhouwkunst
Ook beeldhouwers keerden zich aan het eind van de negentiende eeuw af van de 'flodderige’ impressionistische stijl en sloten zich aan bij het symbolisme. De oppervlaktestructuur verdween, de beelden kregen weer strak gestoten vormen. Kunstenaars zijn Georg MinneLeon Spilliaert en Aristide Maillol.
George Minne - fontein met 5 jongensfiguren 
Aristide Maillol  de lucht