de folly


folly in een park bij Berlijn
follies

In de 19e eeuw waren schilderachtige en exotische bouwwerken in parken en tuinen populair. Kunstenaars in de Renaissance en de 17e en 18e eeuw hadden al exotische vormen gekopieerd en deze als decoratieve stijl in de hofkunst geïntegreerd: deze traditie werd later enthousiast overgenomen door de nieuwe burgerij. De inspiratie voor deze vervreemdende objecten vond men aanvankelijk in de verhalen en tekeningen die kooplieden meebrachten uit verre landen. Tijdens de Romantiek reisden dichters, kunstenaars en de aristocratie naar landen als Italië, Griekenland, Turkije, Egypte en Japan om de melancholische schoonheid van tempels, piramides, pagodes en ruïnes vast te leggen. Deze mysterieuze werelden spraken zeer tot de verbeelding. Er ontstond een oosterse rage in de mode -met kimono's en parasols-, nieuwe gebruiken -de theeceremonie-, de kunst ontdekte de kleurenhoutsnede. In de tuinarchitectuur begon men met de aanleg van Japanse tuinen.  Ruïnes van klassieke tempels, torens  werden als folly nagebouwd op het eigen landgoed.
  • Een folly is een decoratief ornament, het heeft geen andere functie. Vaak kijkt het uiterlijk van een gebouw voor een bepaald doel te zijn gebouwd, maar dit is schijn. Follies zijn opzettelijk gebouwd als ornament.
  • Een folly is een gebouw of deel van een gebouw, geen tuinornament of beeldhouwwerk.
  • Follies zijn vaak excentriek, meestal vragen ze aandacht door ongewone details of vormen.
  • Er is vaak sprake van imitatie, bijvoorbeeld de schijn-ruïne: een folly die zich voordoet als de resten van een oud gebouw, maar in die vervallen staat gebouwd is.
  • Follies werden gebouwd voor het plezier, om een sfeer op te roepen.
folly Dalkeith Edinburgh
Een wandeling door een romantische tuin werd een (wereld)reis waarbij je geconfronteerd werd met verschillende emoties. Een Chinees tempeltje of Moors paviljoen bracht je gedachten naar verre landen, een donkere schelpengrot riep onbehagen op, een graf of ruïne stemde melancholisch, een klassiek tempeltje appelleerde aan schoonheid en een toren aan eerzucht en ontzag.

In 1794 liet de Pruissische koning Frederik Willem II op een eiland een groot natuurpark aanleggen, met een romantisch paleisje van hout om zijn maîtresse te ontmoeten. De gevel kreeg het aanzien van een middeleeuwse kasteelruïne, de koning had vanuit zijn paleis zicht op de 'bouwval'. Later werd er een gietijzeren brug tussen de torens aangebracht om het romantische karakter te versterken. Ook de poort was 'nep', met een schildering van een valhek en een landschap. 
folly op het pauweneiland
Een 19de eeuws, spectaculair voorbeeld dat velen tot op de dag van vandaag inspireert is Slot Neuschwanstein in Beieren. De modernste technieken werden hier toegepast om een romantische illusie te creeëren. Walt Disney nam het als voorbeeld voor het kasteel van Assepoester, Warner Bros voor Hogwarts in de Harry Potterfilms. 
Folly in Brussel
In Barcelona wordt Park Güell omsloten door een muur met zeven toegangspoorten, de hoofdingang wordt geflankeerd door twee sprookjesachtige paviljoens. Van afstand doen de grillige vormen denken aan een grot, rijk gedecoreerd met gekleurde scherven keramiek. Ondanks de contrasterende kleuren past dit ontwerp van Gaudi goed in het landschap.

In Nederland werkte Louis Le Roy (1924-2012) vanaf de jaren '60 aan zijn ecokathedraal. Op een gebied van een hectare mag de natuur zijn gang gaan tussen de bouwwerken die Le Roy met de hand stapelde van bakstenen, putdeksels, stoeptegels, trottoirbanden en ander restmateriaal uit de bouw. Zijn intrigerende bouwwerken roepen associaties op met vreemde, oude culturen.

postmoderne follies

Het bouwen van follies kreeg een nieuwe impuls in de jaren '80 van de twintigste eeuw. In deze periode van het postmodernisme waren er vormgevers en architecten die vermaak belangrijker vonden dan functionaliteit. Hun bouwwerken bestaan voor een groot deel uit decoratie en bevatten allerlei grappen.

Kunstenaars, architecten en vormgevers doorbraken ook de grenzen tussen verschillende disciplines. Ze gebruiken elementen uit verschillende disciplines, stromingen en tijdsperioden op een persoonlijke manier.
Zij laten zich inspireren door kunst en kunstenaars, maken gebruik van elementen uit de omgeving of kiezen juist voor een contrast. Vaak hebben deze bouwwerken een vervreemdend effect, en laten zij je de ruimte op een nieuwe manier beleven.
Bekijk voorbeelden van Per Kirkeby, Ids Willemsma, Jan van de Pavert, Mario Botta, Rem Koolhaas en Erwin Olaf, Zaha Adid en de evangelisten.